Zo plaats je een douchecabine

Stap 1: Plaats van de profielen bepalen

Een douchecabine kun je plaatsen op een douchebak of direct op een tegelvloer. Bekijk in de montagehandleiding van jouw douchecabine op welke afstand de gaten geboord dienen te worden. Aftekenen gaat eenvoudig door de muur af te plakken met schilderstape en daarop de markeringen aan te brengen. Uiteraard wordt de schilderstape na het boren weer verwijderd.

Tip: Bekijk voordat je daadwerkelijk gaat boren of beide delen van de douchecabine daadwerkelijk goed uitkomen en alles netjes op elkaar aansluit.

Stap 2: Gaten boren

Bekijk zorgvuldig in de montagehandleiding welke boormaat je nodig hebt voor het boren van de gaten. Het is belangrijk dat de boormachine niet op de klopstand staat. Zo voorkom je dat de wandtegels zullen barsten. Boor op de markeringen, direct door het schildertape heen. De tape zorgt ervoor dat de boor niet kan wegglijden. Na het boren dien je schilderstape te verwijderen. Vul de gaten met pluggen en schroef het profiel aan de muur.

Tip: Plak het boortje af met schilderstape, zodat je weet hoe diep je moet boren.

Stap 3: Afstellen van de douchecabine

Schuif voorzichtig de wanden van de douchecabine in de muurprofielen. Zorg ervoor dat alle wanden recht komen te staan en controleer dit zorgvuldig met een waterpas. Bekijk met een waterpas of de wanden recht staan. Als alles goed staat kun je de wanden vastschroeven.

Stap 4: Douchecabine afkitten

Tenslotte dien je de muurprofielen af te kitten met sanitairkit. Zorg dat je voor het kitten zowel de profielen als de tegels goed ontvet om ervoor te zorgen dat de kit zo goed mogelijk kan hechten. Kit vervolgens de buitenzijde van de muurprofielen van onder tot circa 15 centimeter onder de bovenzijde van het profiel en de binnenzijde van de muurprofielen van boven tot circa 15 centimeter boven de vloer of douchebak. Zo kan condens namelijk terug de douche in lopen.