Tessa de Graaf
We spreken Tessa in haar studio in Alkmaar. De kunstenaar van deze editie begon als illustrator, maar noemt zich inmiddels -terecht- vooral kunstenaar. Tessa is recent naar een nieuwe studio verhuisd, die ze met een collega-kunstenaar deelt. ‘Voorheen werkte ik aan huis. En veel mensen zullen het herkennen, dan ga je tussendoor dus toch wasjes draaien en heb je aan het eind van de dag niet gedaan wat je wilde. Op deze nieuwe plek kan ik me de hele dag op mijn werk focussen. Een andere belangrijke reden waarom ik buiten de deur werk, is dat ik groter werk wil maken.'
GYMNAST OP DE HAVO
‘Na de lagere school ging ik naar het gymnasium. En hoewel ik dit niveau prima aankon, miste ik de creativiteit enorm. Wat deed ik hier eigenlijk? Ik ben na het eerste semester in de vijfde overgestapt naar vier havo zodat ik examen in handvaardigheid kon doen. Een onconventionele, maar wel logische stap, want ik wilde graag naar de modeacademie. Ik deed na het behalen van mijn diploma toelatingsexamen op het AMFI in Amsterdam en op ArtEZ in Arnhem. Op beide locaties werd ik aangenomen, maar omdat ik stylist wilde worden, koos ik voor Amsterdam. Waarom ik dat vak ambieerde? Ik was groot fan van Madonna en ik weet nog dat ze met haar Blond Ambition Tour kleding van Jean Paul Gaultier droeg en dat vond ik zo inspirerend. Dat je met kleding een sfeer neer kunt zetten, een verhaal kunt vertellen.’
MODEPRODUCTIES IN MIAMI
‘Tijdens mijn studie liep ik stage bij Cosmopolitan, een van de bekendste vrouwentijdschriften ter wereld. Dat was geweldig. Zeker toen ik mee op reis mocht naar Miami om daar modeproducties te draaien. Na mijn studie ging ik aan de slag als modestylist en focuste ik me in het bijzonder op sustainable fashion. Iets wat toen, ik heb het over het begin van deze eeuw, nog geen hot topic was. Natuurlijk, je had Kuyichi, maar verder was het echt moeilijk om eerlijke merken te vinden. En toen ik in 2008 zwanger was van mijn tweede was ik het eigenlijk gewoon zat om bij te dragen aan nog meer consumptie van kleding. Dat maakte dat ik ben gaan doen wat ik het allerleukst vind: ik ben weer gaan tekenen.’
TERUG NAAR DE TEKENTAFEL
‘Dat ik vervolgens via mijn connecties in de tijdschriftenwereld mijn werk kon verkopen, was natuurlijk best luxe. Het liep niet meteen storm, maar ik kon als bekende in het wereldje wel in plaats van de moderedacties, de art directors benaderen. Mijn eerste klussen waren dan ook voor Cosmo girl en Avantgarde. De illustraties die ik nu maak, hebben ook vaak een modetintje. Dat zit er gewoon ingebakken. Hoewel ik ook zeker naar gezichten neig. In deze jaren heb ik tevens illustraties voor de KLM en Margriet mogen maken. Inmiddels word ik niet meer super blij van dat type illustraties in opdracht. Dat werk ben ik dus minder gaan uitvoeren zodat ik ruimte kreeg voor andere activiteiten. Een van die activiteiten is live tekenen. Ik ben een aantal keer door modebedrijven ingehuurd om tijdens events met mijn tekenkunsten de beleving daar een boost te geven. Ik legde bezoekers vast en gaf de illustraties als extraatje mee. Dat werd enorm goed ontvangen. Ook door mij!’
VRIJ WERK VAN EEN VOLWASSEN GEWORDEN KUNSTENAAR
‘Mijn hoofd zit altijd vol met ideeën. Ik heb er eigenlijk veel te veel. Daarom heeft het maken van vrij werk mijn voorkeur. Hoe ik te werk ga? Ik laat me inspireren door van alles. Ooit vond ik een uitgekauwde Mentos op straat waar een halve mierenkolonie zich tegoed aan deed. Zo’n beeld zet ik op de foto. Net als het geplette grijze vogeltje dat de dood op het asfalt had gevonden. En ik gebruik natuurlijk modebeelden. Van modellen bijvoorbeeld, die weinig vrolijke blikken kunnen enorm inspireren. Dit soort beelden dienen dus als startpunt. Vervolgens zoek ik daar allerlei plaatjes bij, puur op intuïtie. Ik kijk naar de kleuren en patronen en vertrouw op het gevoel dat ik bij de plaatjes krijg. En dan gaat het eigenlijk vanzelf. Er is geen plan. Ik experimenteer -je kunt het ook kliederen noemen- en dan ontstaat er iets. Het gebeurt gewoon. Ik vertrouw op het materiaal en het gevoel. Van tevoren weet ik dus nooit wat eruit komt.’
WERK VERPRUTSEN
‘De dood hoort onlosmakelijk bij het leven. Alles gaat voorbij. Daarom vond ik dat grijze vogeltje ook zo mooi en daar wil ik dan iets mee. Misschien is de vergankelijkheid van het leven de reden waarom ik de mode achter me heb gelaten. Het draait in de mode namelijk altijd om schoonheid, terwijl ik vaak de neiging heb om iets te verprutsen. Het lelijker te maken dan het is om meer mysterie te creëren. En dan is het nog steeds mooi hè? Maar niet volgens de normen van de fashionindustrie. Ik streef ernaar om kunst te maken waarmee ik emoties oproep. Het moet triggeren en schuren. De donkere kant hoort bij het leven, die maakt het interessant en de moeite waard om hier op deze planeet rond te dwalen. Als ik die schaduwkant heb gevonden, is het werk wat mij betreft geslaagd.’
SAMENWERKEN
‘Met mijn stylisten- en tijdschriftenachtergrond ben ik in staat veel partijen van passend werk te voorzien. Maar ik werk wel duidelijk vanuit eigen wijsheid. Het is belangrijk dat je voornamelijk doet waar je zelf blij van wordt. Voor mij is dat creëren vanuit mezelf. Ik zal dan ook niet zo snel meer een opdracht aannemen die niet bij me past. Dicht bij jezelf blijven is noodzakelijk en onthoud: fouten maken mag. Of sterker nog: het moet! Het hoeft niet perfect. Vallen is belangrijk, je leert ervan. Als je maar weer opstaat.’