Deel deze spotlight

KEES MARCELIS INTERIEURARCHITECT

TekstMARIEKE POOL
BeeldKEESNAN DOGGER

Kees Marcelis is de oudste zoon in een gezin met vijf kinderen en hiermee de gedoodverfde opvolger in de doe-het-zelfzaak van zijn ouders. Hoewel hij acht jaar als bedrijfsleider in de winkel werkte, besloot hij na het afronden van zijn avondopleiding interieurarchitectuur en het winnen van een prijsvraag voor de Arnhemse schouwburg toch een ander pad te bewandelen.

ZELF MIJN BED OPMAKEN

‘Ik herinner het me zelf niet, maar mijn moeder vertelde me dat ik met mijn blokkendozen verschillende creaties maakte en altijd bezig was met het observeren van ruimtes. Wat ik me wél herinner, is dat ik op school niet voldeed aan de norm. Ik was een dromer en werd door mijn docenten hard aangepakt omdat ik zogenaamd lui was. Maar eigenlijk is dat het laatste wat je van mij kunt zeggen. Ik zie nu nog steeds veel mensen die niet tot bloei komen in het onderwijs. Studenten rechten die eigenlijk liever naar het conservatorium waren gegaan. Zo zonde! Ik was gelukkig volhardend in mijn beslissing interieurarchitectuur te studeren en om voor mezelf te beginnen. Ook al was dat de enige keer in mijn leven dat ik mijn vader heb zien huilen. Ik wilde gewoon niet in dat gespreide bed, ik wilde mijn eigen bed opmaken. En daar heb ik nooit een seconde spijt van gehad.’

STERVEN IN HET HARNAS

‘De eerste jaren van mijn ondernemerschap werkte ik samen met een oud-studiegenoot, maar omdat ik wilde groeien en omdat we verschillende ambities hadden, zijn we na zeven jaar ieder onze eigen weg gegaan. Toen heb ik één van mijn beste studenten in dienst genomen -ik gaf in die tijd in de avonduren les- en zijn we langzaam gaan groeien. Aan reclame maken deed ik niet. Ik greep dat wat op mijn pad kwam met beide handen aan en dit bracht mooie nieuwe kansen met zich mee. Ik was heel blij met de internationale opdrachten die de opdrachten dichterbij huis afwisselden. Nu kon ik mijn twee hobby’s -ontwerpen en reizen- combineren! Inmiddels werken we met elf mensen in het bedrijf. We hebben een enorm jong team: van deze elf zijn er zes onder de dertig jaar en degene die na mij komt, is twintig jaar jonger dan ik. Maar in een creatief proces maakt leeftijd niet uit. In tegenstelling tot andere vakken. We hebben net een huis ontworpen voor een bekende Nederlandse sporter van begin dertig. Hij moet zich inmiddels gaan focussen op het vervolg, mijn hoogtepunt moet nog komen. Dat is het waanzinnige van dit vak, je blijft groeien. Echt gepassioneerde architecten sterven in het harnas.’

DE INTERIEURARCHITECT DIE EIGENLIJK ONTWERPER IS

‘Van origine ben ik interieurarchitect, maar dat weerhoudt me niet om steeds meer de bouwkant op te zoeken. In de traditionele architectuur wordt nog steeds van buiten naar binnen gewerkt. Iets wat ik écht niet kan rijmen. We spenderen 80% van onze tijd ín gebouwen, niet erbuiten. Ik zie mezelf als ontwerper. Van interieurs, van gebouwen en van producten. Een jaar geleden stond er in de Volkskrant een interview met Rem Koolhaas waarin hem gevraagd werd waarom hij naast bouwwerken ook producten is gaan maken. Zijn antwoord: het maakt het vak compleet. En hiermee slaat hij de spijker op zijn kop. Althans, voor mij. Ik wil een gebouw ontwerpen en het allerliefst ook de details als de deurklinken en de kapstokhaken. Als je kijkt naar opleidingen en masters die je kunt doen, dan verbaast het me dat ons vak zo in mootjes wordt gehakt. Al die deelgebieden, het gaat toch om ontwérpen? Een product, een gebouw, het moet gemaakt worden. Je hebt een ontwerp nodig en technische mensen die het kunnen realiseren.’

‘Architecten zijn vaak individualisten. Kom vooral niet aan hun kindje. Doodzonde, want als ik met een architect, stylist en kunstenaar aan tafel zit en de een zet een streep en de ander pakt dat op, dan wéét ik dat het goed zit.’

ZEKER WETEN?

‘Het kostte hem vijf jaar, maar uiteindelijk zag mijn vader ook in dat de keuze mijn eigen weg te kiezen de beste was. Hij vertelde me dat hij trots was dat ik mijn passie heb gevolgd. Ik ben heel blij dat hij dat gezegd heeft. Als ik in mijn omgeving zie dat kinderen het bedrijf van hun ouders overnemen, wil ik er het liefst naartoe lopen om ze te vragen of ze het wel zeker weten. Kiezen voor zekerheid is niet altijd het juiste. Kiezen voor jouw eigen pad wel. Grappig detail: toen mijn vader de zaak uiteindelijk verkocht en zijn pand verhuurde, gaf hij aan dat hij die prijs nooit aan mij had durven vragen.’

WERELDWIJD

‘Ik ga graag naar musea en dan het liefst over de grens. Zet me in de natuur of in de grote stad, ik kijk overal mijn ogen uit en leg alles met mijn camera vast. Ik kan me niet voorstellen dat er een ontwerper is die dat niet doet. Dat je niet de wereld in gaat. Ik heb het nodig om gevoed te raken. Als ik een tijd niet reis, gaat het aan alle kanten jeuken. Dan moet ik weg. Soms in mijn eentje, vaak met mijn partner.’ ‘Sinds een paar jaar hanteer ik een andere manier van werken. Ik ga niet langer pas ná een afspraak met opdrachtgevers aan de slag met de eerste schetsen, dat doe ik al tijdens de eerste afspraak. Waarom? Op deze manier kan ik hen veel meer bij hun project betrekken. Ik kan ze meteen in de ogen kijken en zien wat wel en wat niet past. Zo ontdek ik ook de verschillen tussen de partners en kan ik daarop inspelen. Sinds ik me laat leiden door wat hier aan tafel gebeurt, kom ik tot betere en meer diverse ontwerpen.’

Gepubliceerd op9 februari 2022 om 9:00