Interieurstylist Narda Beun

KLEURBOEKEN

‘Mijn vader werkte heel veel en hard. Vanwege zijn onregelmatige diensten had hij een afwijkend slaapritme, waardoor mijn zussen en ik vaak stil moesten zijn. In die tijd was er nog geen internet of Netflix, dus ik bracht mijn tijd door met eindeloos kleuren in kleurboeken. De liefde voor textiel en kleur zijn dus duidelijk in mijn jeugd ontstaan.’

BOEIENDE LEERSCHOOL

‘Op school blonk ik zeker niet uit in talen. Wiskunde, chemie en fysica lagen me daarentegen heel goed. Mede daardoor koos ik voor een studie Industrieel Ingenieur in Oostende. Een heel technische opleiding van vier jaar. Na twee jaar ben ik de opleiding in Gent gaan vervolgen, omdat daar de mogelijkheid was om op de route textiel aan te haken. Na de opleiding ging ik als laborante bij een bedrijf in breigoedgarens werken. Hier heb ik mijn passie voor kleuren verder ontwikkeld. Deze job was een zeer boeiende leerschool. Na een aantal jaar ging ik uitkijken naar een andere job en zo ben ik als colorist in de tapijtsector beland.’

ER GING EEN WERELD VOOR ME OPEN

‘In deze functie -die ik in de jaren daarna bij verschillende bedrijven heb vervuld en nog steeds vervul- heb ik veel beurzen mogen bezoeken. Van interieur- tot specifieke tapijtbeurzen. Het heeft me zoveel feeling met design en kleuren gegeven en me geleerd trends vroegtijdig te signaleren. En daar wilde ik iets mee. Ik ging na twintig jaar werken terug naar de schoolbanken. Op de NIA Academie in Amsterdam heb ik twee opleidingen gevolgd: interieurontwerp en interieurstyling. Er ging een wereld voor me open, want het beroep stylist bestond eigenlijk niet in België. Op het NIA heb ik mijn liefde voor textiel, kleur en het samenbrengen van mooie objecten verder ontwikkeld en ben ik meteen aan de slag gegaan met het geven van advies. Het bijzondere is, van het een komt het ander. Ik heb nog steeds geen website, maar de opdrachten blijven komen. Het balletje is aan het rollen.

STYLING IS EEN WAY OF LIFE

‘Ik krijg het niet over mijn hart om de tapijtindustrie achter me te laten. Daarom combineer ik mijn werk voor de industrie met het werk als stylist. Een fantastische combinatie die me bakken energie geeft. Stylen zit gewoon in me, ik kan het eigenlijk nooit loslaten. Ik scheur blaadjes, maak mapjes, verzamel foto’s, mijn hoofd staat nooit stil. En dat is al jaren zo. Ik moest me vroeger -voordat we mobiele telefoons met camerafunctie hadden- dan ook echt inhouden als ik in de wachtruimte bij de dokter een boeiende kleurcombinatie in een magazine zag. Het liefst scheurde ik zo’n pagina uit het magazine! En als we thuis naar een film kijken, zie ik niet alleen de film, maar vooral ook de mooie settings . Het laat me nooit los.’

MANIER VAN WERKEN

‘Bij een nieuwe opdracht ga ik altijd eerst naar de locatie. Ik ben een gevoelsmens en moet de ruimte zien, voelen en ruiken. Ik wil graag weten wat er leeft. En ik kijk altijd naar de combinatie met buiten. Wil je de buitenwereld betrekken of liever afschermen? Dat soort zaken haal je niet van een plattegrond. En ik wil praten met de gebruikers van zo’n ruimte. Wat is belangrijk voor jullie? Wat is er moeilijk aan de huidige omgeving? Is er een kleur die je minder mooi vindt? Vervolgens ga ik met deze informatie terug naar huis en laat ik alles een paar dagen bezinken. Na een aantal dagen ga ik achter mijn bureau zitten en schrijf ik de woorden op die in het gesprek belangrijk waren. Die woorden vormen de basis voor mijn moodboard. Weet je wat interessant is? Ik maak altijd twee moodboards. En het is vrijwel altijd zo dat mijn eerste moodboard -dat is het bord waar mijn absolute voorkeur naar uitgaat wordt gekozen. Het alternatief -waarvan ik vind dat ik dat wel moet bieden- kiest men vrijwel nooit.’

OVER ZINTUIGEN

‘Ik vertelde al eerder dat ik een gevoelsmens ben en dat ik een ruimte moet zien, voelen en ruiken. Horen is natuurlijk ook onmisbaar in dit rijtje. Akoestiek is belangrijk, een ruimte moet de mensen rust brengen, je mag de impact hiervan niet onderschatten op ons mentaal welzijn. En daar spelen textiel en tapijt natuurlijk een rol in. Wat mij typeert is dat ik een klant nooit een bepaalde richting op duw. Ik ga niet voor puur modern of klassiek, interieurs hoef je wat mij betreft niet in vakjes te stoppen. Ik luister naar de wensen van de klant en gebruik soms een touch van een andere stijl zodat het interieur karakter uitstraalt. Wat ik ook heel belangrijk vind, is dat ieder individu in het gezin een eigen plaats moet hebben. Zeker in deze tijd van de coronapandemie. Thuis is de allerbelangrijkste plek op aarde.’

‘Er zijn klanten die niet van kleur houden. En dat mag natuurlijk. Ik leg mijn klanten dan wel uit dat neutraal wit niet de enige optie is. Er zijn zoveel kleuren beige die een ruimte warmte kunnen geven. Persoonlijk gaat mij voorkeur ook uit naar toepassing van een mooi object in een interieur. Zelf heb ik jaren gezocht naar een betaalbare sofa van Rietveld. En ik heb hem gevonden: ook designwinkels houden koopjes aan het eind van het jaar. Elke keer als ik die stoel zie, word ik er gelukkig van. Datzelfde effect heeft kunst. Het is iets waar je jaren voor spaart, maar nog veel meer jaren van geniet. Mijn klanten laten mij nooit los. Het gebeurt regelmatig dat ik maanden of zelfs een jaar na het afronden van een project nog iets tegenkom wat perfect bij die klant zou passen. Dan stuur ik een mailtje met een tip en dat wordt altijd goed ontvangen. Stylen houdt bij mij nooit op.’